De Koningskamer 1

 

Tijdens het opmeten van Cheops’ piramide kon Sir Flinders Petrie de toen gebruikte “koninklijke” el (cubit) definiëren op 20,62 inch (of 52,37 cm). Dit kwam voonamelijk door de afmetingen van de koningskamer, deze meet inwendig precies 10 bij 20 cubit. De binnenmaten van de Koningskamer vormen geen enkel probleem, ze zijn bekend en “eenvoudig” op te meten.

De afmetingen aan de buitenkant van de Koningskamer daarentegen zijn niet exact gekend om de simpele reden dat men de achterkant van deze granieten muren niet kan bereiken. Rudolf Gantenbrink heeft tijdens zijn Upuaut project van de noordelijke luchtschacht de lengte ervan gemeten. Deze schacht gaat dwars door de zijwand van de koningskamer waardoor de dikte van de granietwand toch bij benadering kon bepaald worden.

 

Foto genomen door Jon Bodsworth [1]

Afmetingen schacht in de Koningskamer (volgens Rudolf Gantenbrink). [2]

Zuidelijke schacht - Schachtbreedte 18 cm - Schachthoogte 14 cm

Noordelijke schacht - Schachtbreedte 21 cm - Schachthoogte 14 cm

 

De sectie van die schachten zelf zijn hier van ondergeschikt belang, hun lengte en dus ook de dikte van de muren zijn belangrijker.

 

CAD tekening door Rudolf Gantenbrink [2]

Op bovenstaande tekening van Rudolf Gantenbrink is de wanddikte van het graniet ongeveer 172 cm,
dit is 3,286 cubit of ook 3+2/7 cubit = 3 cubit + 2 palmen. (2 handpalmen = 2/7 cubit = 0,29 cubit).

 

Het is inderdaad bekend dat de muren van de Koningskamer wel degelijk los staan van het massieve deel van de piramide; de koningskamer staat echt als een lift in zijn liftschacht. De bewering dat die lift ooit naar omhoog werd geschoven wordt al wat aannemelijker.

 

Er zit een kleine ruimte tussen de achterkant van de granietwanden en de massieve kalkblokken van de piramide (de liftschacht). Dit is niet het geval aan de luchtschachten noch aan de ingang van de koningskamer, daar sluiten de naden perfect aan elkaar.

 

Aan volgende hypothese is er weliswaar een heel pak zoek- en rekenwerk aan voorafgegaan maar om het verhaal niet onnodig lang en saai te maken komt het erop neer dat de muren van de koningskamer een dikte hebben van 3 cubit en dat er bepaalde verdikkingen (stroken) van 2 palmen aan de buitenkant zitten. Die verdikkingen fungeerden als geleiders waardoor de koningskamer (de lift) perfect kon geleid worden in de kalkstenen schacht waarin die kamer staat (de liftschacht).

Zo’n verdikkingen zitten uiteraard aan die luchtschachten, aan de ingang van de koningskamer en mogelijk ook nog op een paar andere plaatsen. Dat de muren van de koningskamer niet overal een dikte hebben van 3,29 cubit komt wellicht om overdreven grote wrijvingskrachten tussen de granietwanden en de kalksteenmuren erachter te vermijden.

 

Tekening door Piazzi Smyth (Volume II plate 11). [4]

 

De afmetingen volgens Petrie [3]

In onderstaande tabel werden kolommen A (inch) en B (cubit) toegevoegd.

In bovenstaande tabel, kolommen A en B, zijn de waarden weergegeven zoals vastgelegd door Petrie, de rode cijfers verwijzen naar de voegen in de vloer van de voorkamer. Kolom C (in inches) en kolom D de afmetingen in cubit maar afgerond op exacte aantallen cubit en handpalmen, zoals de ontwerpers van de piramide wellicht voor ogen gehad hebben.

Afmetingen in inches – zie kolom C in de tabel.

Indien alle afmetingen van de antechamber en de koningskamer worden opgetekend in inch dan zijn dit getallen die absoluut geen betekenis blijken te hebben.

 Afmetingen in cubit. – zie kolom D in de tabel.

 

Het belang van rekenen in cubit wordt hier zeer duidelijk, indien men bovendien de cijfers na de komma omzet naar een aantal zevenden (1/7 cubit = 0,14 cubit = 1 palm) dan wordt alles wel heel duidelijk. Het feit dat de totale lengte exact uitkomt op het mooi rond getal van 16 cubit geeft een zeer geruststellend gevoel.

Omrekeningstabel van handpalmen naar cubit.

 Tekening omgerekend naar cm.

Foto gemaakt door Jon Bodsworth [1]

Doorgang van de voorkamer naar de koningskamer. Foto genomen vanuit de voorkamer. Het blok met een lengte van 4,28 cubit maakt deel uit van de antechamber, het blok daarachter van 3,29 cubit is de dikte van de muren van de koningskamer. Die doorgang werd in feite uitgespaard uit een enorm grote granietblok die deel uitmaakt van de wanden van de koningskamer.

KC09B - Foto gemaakt door Jon Bodsworth [1]

Doorgang van de Koningskamer naar de Antechamber (voorkamer). Foto genomen vanuit de Koningskamer. De dikte van de granieten muur van de koningskamer is te zien in de doorgang en is 3,29 cubit, het granietblok daarachter zit in de voorkamer (antechamber) en heeft een lengte van 4,28 cubit. De mogelijkheid dat de koningskamer inderdaad de grote cilinder vormt van een hydraulische pers wordt beetje bij beetje aannemelijker.

Het grote probleem: Tot op heden is er géén enkele schacht bekend die de waterdruk zou kunnen brengen tot onder de koningskamer. De hypothese die hier wordt vooropgesteld is een schacht (kanaal) vertrekkend van uit de ondergrondse kamer en aankomt ergens onder de koningskamer. Dit is absoluut géén vaststaand feit, er kan een andere weg bestaan maar voor de theoretische werking maakt dit niet uit, zolang als er maar een bestaat.

 

De hydraulische pers in Cheops’ piramide.

 

De grote monoliet als de “piston” in de kleine cilinder,
de koningskamer zou kunnen fungeren als de grote zuiger (Djed) in de grote cilinder.

Zoals eerder beschreven zit er in de piramide van Cheops een hydraulische pers met een kleine en een grote cilinder. Ondanks de enorme afmetingen wordt de zuiger van de kleine cilinder gevormd door de grote monoliet, dit is de zuiger met de grootste verplaatsing. Al het water dat uit de kleine cilinder werd weggeduwd kwam onder de koningskamer terecht. De koningskamer vormt in feite de grote cilinder van de hydraulische pers, deze met de grootste kracht maar met de kleinste verplaatsing.

 

Details van de kleine cilinder:

Zoals reeds in een eerder hoofdstuk berekend:
Verplaatsing van de kleine zuiger = 75 cubit, de doorsnede ervan = 41 cubit²

Verplaatste hydraulische vloeistof = 75 cubit x 41 cubit² = 3075 cubit³

Gewicht van de kleine zuiger (piston, Djed) = 1050 ton.

Kracht F1 op een helling van 26° = 1050 ton' x sinus 26° = 460,29 ton'

Druk op het water = 11,227 ton per cubit² (dit is ca. 4 kg/cm² of 4 atmosfeer)

Dit is ongeveer dezelfde druk als op leidingwater.

 

Details van de grote cilinder:

Puur theoretische benadering: De muren van de koningskamer zijn meestal 3 cubit dik, aan de buitenkanten ervan kunnen er stroken die er uitsteken en 2 palmen dik zijn (0,29 cubit). De totale dikte van iedere muur kan dus geen 3 maar 3,29 cubit zijn.

Het totale grondoppervlak van de koningskamer zou dan (16,57 x 26,57) cubit = 440,265 cubit² bedragen. Dit mag wellicht afgerond worden op 440 cubit².

De verplaatste vloeistof van de kleine cilinder was 3075 cubit³, die kwam terecht op de 440 cubit² grondoppervlakte van de koningskamer.


3075 cubit³ : 440 cubit² = 6,988 cubit zeg maar exact 7 cubit (3,665 meter).

Puur theoretisch kon de koningskamer exact 7 cubit naar omhoog geduwd worden, met andere woorden bestaat de mogelijkheid dat de koningskamer in de beginfase 7 cubit lager stond.

 

 

---------------------------------------------------
Referenties:

[1] – Photos taken by Jon Bodsworth.
Jon’s own photos of the pyramids and surroundings.

 

[2] – Rudolf Gantenbrink
See his website
https://isida-project.org/upuaut-project/

 

[3] Petrie W.M. Flinders – The Pyramids and Temples of Gizeh – 1883.

http://nl.wikipedia.org/wiki/William_Flinders_Petrie

Dit boek kan online geraadpleegd worden op onderstaande links.

http://www.ronaldbirdsall.com/gizeh/index.htm

 

[4] – Drawings from the books of Charles Piazzi Smyth (1819 – 1900).
From his book : Our Inheritance in the Great Pyramid (1877)
See Wikipedia:  https://en.wikipedia.org/wiki/Charles_Piazzi_Smyth
Terms of copyright:
https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Piazzi-plate_7.jpg