• Geheime kamers in Cheops’ piramide?

 

De echte ingang van de piramide.

 

De gebruikte Eenheden: De cubit (Mahe) , handpalmen en vingerbreedten.

1 cubit = 52.36 cm (= 20.62 inch)

1 cubit = 7 (hand)palmen. 1 palm = 52.36 cm / 7 = 7.48 cm (= 2.945 inch)

1 palm = 4 vingerbreedten (digits).

1 vingerbreedte (digit) = 7.48 cm / 4 = 1,87 cm. (= 0,73625‬ inch)

 

Hypothese: Alle, letterlijk alle gangen en kamers die momenteel in de piramide van Cheops reeds zijn gekend, zijn niets meer dan technische schachten en/of kamers. De echt belangrijke kamers in de piramide zijn door de eeuwen heen onaangeroerd gebleven, de mysterieuze inhoud is er nog steeds aanwezig.

 

See: The Pyramids and Temples of Gizeh, 1883 written by Sir William Matthew Flinders Petrie

Book online see: http://www.ronaldbirdsall.com/gizeh/index.htm

Ch 6. Outside of Great Pyramid - Sec 32. Original position of the entrance.

 

Er wordt verondersteld dat de ingang van de piramide oorspronkelijk was verborgen achter een groot kalkstenen valluik. Indien iemand perfect wist waar dat luik zich bevond kon het vrij gemakkelijk worden opgetild omdat het bijna perfect in balans was, slechts een klein onevenwicht zorgde ervoor dat het kalkstenen luik dichtviel en in rust gesloten bleef. Misschien was er maar één persoon nodig om dat luik te openen.

 

De echte ingang van Cheops’ piramide. 
De roterende mantelsteen en de omliggende steenblokken zijn reeds lang verdwenen.

De afdalende gang, verticale dwarsdoorsnede 2 bij 2 cubit. Deze schacht loopt door tot in de ondergrondse ruimte die uitgehakt werd in de rotsbodem, 185 meter onder de top van de piramide. Bovenaan de foto is de onderkant van de onderste van drie granietpluggen te zien die de opgaande gang volledig blokkeren. Die plug zat verborgen achter een stuk kalksteen in het plafond waardoor die plug en ook de opgaande gang onzichtbaar waren. Door het gehak van El-Machmoen's werklieden is dat stuk kalksteen naar beneden getuimeld en zo werd de opgaande gang ontdekt. El-Machmoen's mensen hebben die granietpluggen omzeild door eromheen in de kalksteen een doorgang te hakken. 

 

De loodrechte dwarsdoorsnede van de afdaling (technische) schacht meet 2 bij 2 el.
De grote stenen blokken erboven bestrijken een oppervlakte van minimaal 6 bij 6 el.

 

De ingang is véél te groot voor uitsluitend die 2 bij 2 cubit afdalende gang, die onder een hoek van 26° naar benden gaat. Deze schacht is zeker niet het belangrijkste deel hier. Zoals reeds vermeld is dit een puur technische schacht. Boven de afdalende schacht is nog ruimte zat. De echte ingang moet zich zich op enige afstand daarboven bevinden, net onder die dubbele laag dakplaten. Daar is een ruimte beschikbaar van minstens 6 bij 6 cubit.

 

[1] De afdalende schacht (2 bij 2 cubit) was al in de Griekse oudheid bekend en over de gehele lengte onderzocht. Zo gaf de Grieks-Romeinse geograaf Strabo een duidelijke beschrijving van de grote ondergrondse kamer waarop deze schacht eindigde (185 meter onder de top van de piramide). Ook werd er “Graffiti” aangetroffen uit de tijd van de Romeinse bezetting, een bevestiging van regelmatige bezoeken."

 

[2] In zijn Geographica, geschreven over het begin van de christelijke jaartelling, stelt Strabo dat de grote piramide "aan één kant iets omhoog, een steen bevat die kan worden verwijderd en zo een hellende doorgang naar de fundamenten vertoont". Ten tijde van Strabo was de echte ingang dus al bekend, evenals de afdalende schacht die naar de grote ondergrondse kamer leidde. Twee andere schachten, die vanuit deze ondergrondse gang vertrekken, waren op dat moment nog niet ontdekt.

 

Kennelijk werd die ingang weer vergeten, het lijkt erop dat men ten tijde van Al-Ma'moen niet meer wist waar de echte ingang was.

Onder de dubbele dakbalken bevinden zich enorme blokken kalksteen waarachter vast de echte ingang moet verborgen zitten. Deze enorme steenblokken bestrijken een oppervlakte van minimaal 6 bij 6 cubit, een doorgang daarachter van zeg 4 cubit breed en 5 à 6 cubit hoog is hier zeker mogelijk. Het verwijderen van die enorm grote blokken zou vrijwel onmogelijk zijn.

Achter deze zichtbare kalksteenblokken bevindt zich een nog grotere monoliet, waarschijnlijk een granieten afdichtingsblok die van binnen af naar buiten werd geduwd, deze is aan de bovenzijde (zichtbaar) voorzien van tanden en groeven. De tanden van die monoliet passen in de groeven (en omgekeerd) van de blokken erboven die tot het massieve deel van de piramide behoren. Bij het sluiten van de piramide pasten ze perfect in elkaar. De tanden en groeven zorgden voor een perfecte geleiding en positionering van de monoliet, zodat deze precies bewoog zoals de bouwers het bedoeld hadden. Deze monoliet zit waarschijnlijk erg strak gepositioneerd, het zal wellicht onmogelijk zijn om hem te verwijderen en het omzeilen ervan zal evenmin eenvoudig zijn.

Als voorbeeld: Tand en groef, hier in 2 houten balken,
maakt een perfecte positionering mogelijk.

 

Waar precies nu kunnen die kamers zich bevinden?

Vanaf de ingang, achter het afdichtingsblok, moet vast een geheime doorgang zijn. Deze opgaande gang zou in dit geval, in vergelijk met de nu reeds gekende opgaande schacht, wél behoorlijke afmetingen kunnen hebben met een breedte van misschien wel 4 cubit en een hoogte van 5 tot 6 cubit. Hier zou de vloer van die passage treden kunnen hebben om vrij makkelijk tot helemaal bovenaan te komen.

Hypothese: Die monoliet (afdichtblok) stond wellicht binnen in de piramide en werd, om de ingang af te sluiten, naar buiten geduwd, niet door mankracht maar automatisch met de hulp van hydraulica. De tand en groef verbinding dwong die monoliet in de correcte richting.

Een passage naar de ware geheime ruimten in Cheops’ piramide, beginnend in het middelpunt ervan?

Er wordt hier een geheime passage verondersteld vanaf de ingang van de piramide tot helemaal boven de koningskamer, vandaar terug een gang naar het middelpunt M van de piramide. Theoretisch zou dit kunnen maar in dit geval blijft zou er slechts weinig ruimte zijn tussen de veronderstelde “geheime opgaande passage” en dat middelpunt M. Stel een eerste kleine ruimte in het middelpunt van 6 bij 6 cubit, dan zou er slechts 9 cubit kalksteen zitten tussen die kamer en de opgaande passage. Het zou vrij eenvoudig zijn om een opening te maken in die muur en zo het obstakel boven de koningskamer ontwijken. Dat kan nooit de bedoeling geweest zijn.

 

Bovenstaand idee is veel waarschijnlijker: Een gang [C] achter de westkant van de constructiekamers boven de koningskamer (granietbalken!) die rechtdoor verder westwaarts in de piramide loopt, waar nog meer dan ruimte genoeg is voor tal van geheime kamers.

 

De enorm zware granietbalken boven de koningskamer? Dat is inderdaad het obstakel dat moet overwonnen worden.

 

Om nog maar een klein beetje geloofwaardig over te komen moet er hier uiteraard nog heel wat uitgeklaard worden, wat best nog heel wat tekst, uitleg en berekeningen zal vergen.

 

--------------------------------------------------------------------------------------------------------

[1] - Hancock, Graham.
In English: Fingerprints of the gods.

London – Heinemann 1995 -

In Dutch: Het onstaan en het einde van alles.
Uitgeverij Tirion – Baarn – Nederland – ISBN 90-5121-600-9 - 1997.

 

[2] - Geography of Strabo – W Heinemann, Londen 1982.